Een gewichtsdoel of streefgewicht is één van de meest voorkomende doelstellingen op fysiek gebied. Het feit dat er nog steeds gesproken wordt over een ideaal gewicht en het gegeven dat gewicht vaak als (enige) maatstaaf voor progressie of (on)gezondheid wordt gebruikt dragen daar niet bepaald aan bij. Aan de andere kant zijn er dan de mensen die roepen: “gooi je weegschaal per direct de deur uit en ga er vooral nooit meer opstaan”.
In deze blog lees je waarom een streefgewicht hebben in de juiste context moet staan en wat betere alternatieven zijn.
Gewicht in de context van de BMI
Allereerst: die BMI oftewel Body Mass Index. Vroeger werd het de queteletindex genoemd. De BMI is de verhouding tussen je gewicht en je lengte en wordt heel vaak gebruikt als een indicatie voor wat een goed gewicht zou zijn. Het cijfer komt voort uit een simpel rekensommetje: het delen van je gewicht door je lengte tot de macht 2. Het is dus niets anders dan je gewicht in verhouding tot je lengte. Je bent niet te zwaar, maar te klein. Dat soort logica.
Dat BMI wordt vervolgens gekoppeld aan indicaties. Wanneer je BMI tussen de 18,5 en 25 is, spreken we van een gezond BMI en bij een BMI boven de 30 is er sprake van ernstig overgewicht. Een BMI onder de 16 wordt gezien als ernstig ondergewicht. Op basis van een BMI mensen classificeren als gezond of ongezond is, leidt tot vragen als “wat zou volgens mij BMI dan mijn ideale gewicht zijn”? Dat wordt vervolgens het streven, want dan ben je dus zogenaamd gezond.
Alleen: voor het bepalen van je gezondheid is de BMI een verre van geschikt begrip: te simplistisch en te generaliserend. Het is hooguit een vage indicatie.
Gewicht en BMI zeggen niets over je fysieke uiterlijk
Gewicht en je BMI zeggen namelijk heel weinig over je daadwerkelijke fysieke uiterlijk en lichaamssamenstelling. Een bodybuilder met veel spiermassa kan volgens de BMI obees zijn en iemand die nauwelijks spiermassa heeft, heel ongezond eet, maar wel een laag lichaamsgewicht heeft wordt door de berekening van de BMI onterecht geclassificeerd als gezond.
Iedereen met een gezond verstand kan beredeneren dat de lichaamssamenstelling van die bodybuilder helemaal niet ongezond is. Het wordt moeilijker bij iemand die er ‘tenger’ uitziet, maar bij wie wellicht aan de binnenkant veel meer aan de hand is. Je hoeft geen hoog gewicht te hebben om een ongezonde hoeveelheid vet rondom je organen te hebben of er een ongezonde leefstijl op na te houden.
Wil je dus echt gegevens verzamelen over je fysieke gezondheid en uiterlijk? Dan kun je beter kijken naar andere indicatoren, zoals je buikomvang, een schatting van je vetpercentage (huidplooien) of je algehele conditie en leefstijl. Dat zet bij het nastreven van gezondheid als doel meer zoden aan de dijk en geeft je meer waardevolle input.
De magische gewichtsgrens
Veel mensen hebben een magische gewichtsgrens: “als ik onder dat gewicht blijf is het goed” of “als ik boven dat gewicht uitkom, slaat de paniek toe”. En juist dat kan het werken aan specifieke doelen op heel veel verschillende manieren in de weg staan.
Het kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat je pas in actie komt als het ‘te laat’ is: wanneer je gewicht boven die magische grens uitkomt. Tot daar heb je het idee dat het wel meevalt, misschien verleg je die magische grens zelfs nog een beetje vanuit de relativerende gedachte dat het zo erg nog niet is en ineens….Bam! Dat kan een dieetaanpak in de hand werken: op dieet om onder die magische grens te komen en daarna weer loslaten omdat je er bent… en elke keer val je uiteindelijk terug als je niet gaat voor de lange termijn aanpak. Bereik je daarmee je doel? Op korte termijn yes, op lange termijn niet bepaald.
Aan de andere kan zo’n magische grens ook tegenwerken bij doelen als spieropbouw. Een heel ander perspectief. Als je alleen gewicht gebruikt om een grens te bepalen, hou je er geen rekening mee dat je door spiermassa ook zwaarder wordt. Misschien wordt je uiteindelijk wel 10 kg zwaarder dan wat ooit je magische grens was, maar zie je er ook 10x beter uit. Wat is dan leidend? Het cijfer of wat je ziet?
Gewicht als progressietool
Je kunt je gewicht wel als progressietool inzetten om een indicatie te krijgen van verandering, zodat je waar nodig bij kan sturen. Je kan bijvoorbeeld gericht aanpassingen maken in je voedingspatroon wat betreft portiegroottes en productkeuzes.
Wil je dat op een effectieve manier doen, dan zul je met heel wat facetten rekening moeten houden. Denk aan: veranderingen in lichaamsgewicht door vochtretentie, spieropbouw, hormonale veranderingen etc. Je leest hierover meer in de blog ‘neem je gewicht met een korreltje zout’. Ook dan is het belangrijk om gewicht in zijn context te plaatsen en naast andere progressiemaatstaven te leggen.
Gewicht kan dus iets zeggen over progressie, maar enkel als je het op de juiste manier toepast en wanneer je er op een neutrale manier naar kan kijken. En dat is nou juist de kanttekening: als een bepaald gewicht je streven is, wordt het soms heel moeilijk om gewicht objectief in te zetten als progressietool. En dan streeft het zijn doel voorbij.
Motivatie halen uit gewichtsverandering
Vaak wordt het zien van de ‘gewenste’ verandering in gewicht een motivatie. “De volgende keer als ik kom, wil ik minstens zoveel kg hebben verloren (of juist andersom: zijn aangekomen). Lukt dat wel, dan is dat een fijne motivatie om volgende keer nog meer je best te doen. Je komt steeds een stapje dichterbij dat streefgewicht.
Maar wat als het niet lukt? Frustratie? En daar zit gelijk een hekelpunt. Wat als dat gewicht niet doet wat jij wil, terwijl je er zoveel tijd en moeite in steekt. Je houdt je strikt aan een bepaald schema, sport je te blubber en slaat zelfs het biertje af dat je normaal gesproken zo graag drinkt. En toch is je weegschaal alles behalve aardig voor je.
Als er geen resultaat is, dan kun je net zo goed gewoon de boel, de boel laten. Het haalt toch niks uit. En met die ene simpele gedachte kun je een heel proces saboteren. Op basis waarvan? Een cijfertje op je weegschaal?
Misschien is je vetpercentage wel verandert, ben je sterker geworden in de gym, voel je je een stuk fitter of zit je broek heel anders dan voorheen. Maar als alles draait om je gewicht, zijn die dingen bijzaak, toch? Sterker nog… you might miss them.
Focussen op hetgeen dat er (nog) niet is
De focus op een streefgewicht kan behalve demotivatie ook in de hand werken dat je alleen datgene ziet wat er (nog) niet is. Je hebt jouw streefgewicht nog niet bereikt en bent er dus nog niet. Daarmee haal je de focus af van alles wat je wel al hebt bereikt.
Een mooie quote uit het boek ‘The noble art of not giving a f*ck’:
“Verlangen naar het positieve is in feite een negatieve ervaring, terwijl acceptatie van het negatieve in feite een positieve ervaring is”.
Plat gezegd komt het erop neer dat je door bezig te zijn met wat je nog niet hebt alleen maar benadrukt dát je het niet hebt. Hoe harder je bezig bent met je streefgewicht, hoe meer je gaat zien wat er aan je lichaam nog niet goed is. Juist dat kan een ontevreden gevoel of onzekerheid versterken en dat helpt dan weer niet bij het werken aan je doelen.
Kijk je in tegenstelling naar wat er nu wel al is, ook al is het misschien nog niet 100% zoals jij het wil, dan creëert dat een heel ander beeld.
Alternatieven voor een streefgewicht: focus op het proces
Naast het feit dat er dus behalve gewicht heel veel betere tools zijn om je progressie in kaart te brengen, is er nog een ander heel mooi alternatief.
Focussen op het proces wil zeggen dat je niet alleen maar bezig bent met waar je uiteindelijk naartoe wil. Je bent daarentegen bezig met het zetten van relevante stappen en elk van die stappen is progressie. Misschien heb je wel al een gezonder eetpatroon ontwikkeld, ben je meer gaan sporten, en wellicht heb je al een hele weg afgelegd en inzicht gekregen in wat goed voor jou werkt en wat niet.
Als je alleen maar een einddoel (dat streefgewicht) in gedachten hebt, mis je een hele hoop stappen die je wel hebt gezet. Je bent pas tevreden als je dat specifieke cijfer ziet, terwijl je eigenlijk al heel tevreden en trots mag zijn over de weg die je hebt afgelegd.
De mindset switch
Om die switch in mindset te realiseren is het belangrijk om jezelf af te vragen waar dat ene cijfertje voor staat en of dat cijfer wel echt zo belangrijk is. Context creëren dus. Is het je gewicht? Of wil je je fitter voelen, beter in je kleren passen, zelfverzekerder over straat gaan of een presentatie geven, lekkerder in je vel zitten of trots zijn op je lichaam? Welke stappen heb je dan nodig om daaraan te werken?
Als je daadwerkelijk een verandering in je fysiek wil realiseren, maak dan gebruik van verschillende indicatoren om je progressie in kaart te brengen en kijk naar de verandering die je fysiek doormaakt in plaats van de verandering in één cijfer dat in feite bijzonder weinig zegkracht heeft.
Een streefgewicht hebben kan best, maar laat het je niet beperken in het realiseren van je doelen!